top of page

Beëindigingsovereenkomst: Verkeerde ingangsdatum van een WW-uitkering


In deze casus gaat het over een werkneemster die in juli 2014 voor 24 uur per week in dienst trad bij een banketbakkersbedrijf. Ze bekleedde de functie van medewerker inpak A.


Beëindigingsovereenkomst:

Op 18 maart heeft de werkgever de werkneemster een overeenkomst ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst aangeboden. In deze beëindigingsovereenkomst werd afgesproken dat de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden op 21 maart 2022 zou eindigen. Daarnaast werd de werkneemster vrijgesteld van werkzaamheden met behoud van loon, inclusief een beëindigingsvergoeding van € 3.149,34 bruto. De overeenkomst bevatte tevens een finaal kwijtingsbeding. De werkgever ondertekende de beëindigingsovereenkomst op 21 maart 2022, en de werkneemster zette op 24 maart 2022 haar handtekening.


Opzegtermijn:

De werkneemster verzocht daarna een WW-uitkering aan. Het UWV liet haar op 19 april 2022 weten dat ze tot 31 mei 2022 geen WW-uitkering kon krijgen, omdat de opzegtermijn niet in acht was genomen.


Onjuiste informatie:

Nadat de werkneemster geen inkomsten ontving, stuurde ze op 4 mei 2022 een e-mail naar haar werkgever waarin ze de beëindigingsovereenkomst op basis van dwaling en/of misbruik van omstandigheden wilde vernietigen. Ze eiste herstel van loonbetaling vanaf 21 maart 2022. De werkgever reageerde echter niet op deze sommatie.


Rechtbankprocedure:

Het banketbakkersbedrijf wendde zich tot de kantonrechter. De werkgever verzocht de kantonrechter onder andere om ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege een verstoorde arbeidsrelatie voor het geval het beroep van de werkneemster op vernietiging zou slagen. De werkneemster verzocht onder andere een verklaring voor recht dat de beëindigingsovereenkomst vernietigd was en eiste doorbetaling van het loon.


Overwegingen kantonrechter: inhoud beëindigingsovereenkomst:

De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de werkneemster de inhoud van de beëindigingsovereenkomst niet begreep. Op 18 maart 2022 hadden beide partijen gesproken over het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Op 21 maart 2022 had de werkgever per e-mail aangegeven dat als de werkneemster nog vragen had, ze dat kon laten weten. Aangezien de werkneemster geen vragen had gesteld, werd aangenomen dat ze de inhoud begreep. Ook uit WhatsApp-conversaties bleek dat de werkneemster op de hoogte was van de beëindiging. Daarnaast communiceerden beide partijen tijdens het dienstverband in het Nederlands, en de werkneemster verbleef al vijftien jaar in Nederland, wat de kantonrechter ervan overtuigde dat ze de taal voldoende beheerste.


Onjuiste informatie:

Tijdens de zitting bevestigde de werkgever dat hij de vraag van de werkneemster over haar recht op een WW-uitkering direct had beantwoord en dat hij niet wist dat dit recht pas op 1 juni 2022 inging.


Oordeel kantonrechter:

De kantonrechter stelde vast dat de werkgever de werkneemster onjuiste informatie had verstrekt over de ingangsdatum van haar WW-uitkering. Hierdoor was er sprake van dwaling aan de zijde van de werkneemster. Als ze juist was geïnformeerd, zou ze waarschijnlijk niet ingestemd hebben met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst op 21 maart 2022, maar wel met een beëindiging op 1 juni 2022. Volledige vernietiging van de arbeidsovereenkomst was echter niet redelijk. Daarom besloot de kantonrechter de beëindigingsovereenkomst gedeeltelijk te vernietigen en de beëindigingsdatum vast te stellen op 1 juni 2022. De werkgever moest het loon doorbetalen tot die datum en de wettelijke verhoging betalen.


Ontbinding:

Hoewel de arbeidsovereenkomst al rechtsgeldig met wederzijds goedvinden was beëindigd, gaf de kantonrechter toch een voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat er nog een mogelijkheid was voor hoger beroep. De kantonrechter was van mening dat er voldoende bewijs was van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie.


Samenvattend:

Deze zaak toont het belang aan van goede informatievoorziening aan werknemers bij beëindiging van een arbeidsovereenkomst. Het is gebruikelijk om werknemers te wijzen op de mogelijkheid van juridische bijstand tijdens dergelijke onderhandelingen. Bij deze casus had de werkneemster wellicht juridische bijstand kunnen inschakelen om een kostbare procedure te voorkomen. Voor vragen over beëindigingsovereenkomsten kunt u contact opnemen met ons kantoor.




Comments


bottom of page