Bescherming voor Werknemers bij Doorstart na Faillissement

Op 27 mei 2024 introduceert het wetsvoorstel Wovof II een reeks ingrijpende wijzigingen in het arbeidsrecht, specifiek gericht op situaties waarin bedrijven na faillissement een doorstart maken. Dit wetsvoorstel heeft als doel de positie van werknemers te versterken en tegelijkertijd de continuïteit van bedrijven te waarborgen. Hieronder zetten we de belangrijkste punten op een rij.

I. Verplichte werkgelegenheidsaanbieding bij doorstart

Een van de meest opvallende wijzigingen is de verplichting voor de verkrijger van een doorstartend bedrijf om alle werknemers, wier arbeidsovereenkomst door de curator is opgezegd (artikel 40 Fw), een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden. Deze overeenkomst moet gebaseerd zijn op dezelfde arbeidsvoorwaarden als bij de gefailleerde onderneming. Dit is vastgelegd in artikel 7:666b BW.

Uitzonderingen op de regel

De verkrijger en een werknemersvereniging (zoals een vakbond) kunnen gezamenlijk afwijken van de oude arbeidsvoorwaarden als dit noodzakelijk is om werkgelegenheid te behouden. Echter, voorwaarden die algemeen verbindend zijn verklaard, blijven ongewijzigd.

Belangrijk om te benadrukken: schulden voortvloeiend uit de oude arbeidsovereenkomst gaan niet over op de verkrijger. Dit biedt de verkrijger financiële zekerheid zonder extra verplichtingen uit het verleden.

II. Selectie bij bedrijfseconomische noodzaak

Als het voorzienbaar is dat er binnen 26 weken na de overgang arbeidsplaatsen verloren gaan, hoeft de verkrijger niet alle werknemers over te nemen. In dat geval wordt een selectie gemaakt op basis van een objectieve selectiemethode, waarbij het zogenoemde inspiegelingsbeginsel leidend is.

Wat is het inspiegelingsbeginsel?

Het inspiegelingsbeginsel zorgt ervoor dat ontslagen evenredig worden verdeeld over leeftijdscategorieën en functies. Zo wordt een eerlijke verdeling van banen gewaarborgd, zonder dat een specifieke groep onevenredig wordt geraakt.

III. Meer zeggenschap voor de ondernemingsraad

Een andere belangrijke wijziging is de toegenomen rol van de ondernemingsraad (OR) tijdens een faillissement. Het wetsvoorstel geeft de OR een adviesrecht over beslissingen die onder artikel 25 WOR vallen. Dit betekent dat de curator verplicht is de OR te betrekken bij belangrijke besluiten, zoals een doorstart.

Adviestermijn

De curator moet de OR minimaal drie dagen geven om advies uit te brengen. Hoewel deze termijn kort lijkt, biedt het werknemersvertegenwoordigers een kans om invloed uit te oefenen op beslissingen die hun toekomst bepalen.

IV. Verval van concurrentiebeding bij ontslag tijdens faillissement

Een opvallende toevoeging is dat een concurrentiebeding vervalt wanneer een arbeidsovereenkomst wordt opgezegd door de curator op basis van artikel 40 Fw. Dit geeft werknemers meer vrijheid om elders werk te vinden.

Uitzondering: bij doorstart

Als een werknemer tijdens het faillissement een aanbod krijgt van de verkrijger (bijvoorbeeld in het kader van een doorstart), blijft het concurrentiebeding wel van kracht. Dit voorkomt dat werknemers na een doorstart direct bij een concurrent aan de slag gaan, wat de belangen van de doorstartende onderneming beschermt.

Waarom is Wovof II belangrijk?

Het Wovof II-wetsvoorstel brengt een betere balans tussen de belangen van werknemers en doorstartende bedrijven. Werknemers behouden hun rechten en krijgen betere bescherming tegen plotseling baanverlies. Tegelijkertijd biedt de wet voldoende flexibiliteit voor bedrijven om economisch verantwoord door te starten.

Voor werknemers, werkgevers en juristen betekent deze wet een belangrijke verandering in het faillissementsrecht. Het is daarom essentieel om tijdig kennis te nemen van de nieuwe regels en hun impact op uw situatie.