top of page

Concurrentiebeding blijft gelden na vertrek werknemers naar concurrent van broer — Rb. Rotterdam 7 november 2025 (ECLI:NL:RBROT:2025:13003)


ree

Wanneer werknemers overstappen naar een concurrent, levert dat vaak spanningen op. Helemaal als de nieuwe concurrent wordt opgericht door een familielid van de oude werkgever. De rechtbank Rotterdam moest zich buigen over zo’n zaak, waarin vier werknemers tegelijk vertrokken naar een concurrerend uitzendbureau — opgericht door de broer van hun voormalig werkgever.

De rechter oordeelde dat de werknemers nog steeds gebonden waren aan hun concurrentie- en relatiebeding, ondanks dat één van de bestuurders hen daarvan had vrijgesteld.



De achtergrond

Een uitzendbureau in de technieksector werd geleid door twee broers. Na een ruzie richtte één van hen, [naam 2], een nieuw bedrijf op — actief in precies dezelfde branche. Vier werknemers van het oorspronkelijke bedrijf stapten kort daarna over naar deze nieuwe onderneming.

Drie van hen hadden een concurrentie- en relatiebeding in hun arbeidsovereenkomst, maar [naam 2] had hen kort vóór hun vertrek via een addendum daarvan vrijgesteld. Zijn broer, de medebestuurder van het oorspronkelijke bedrijf, was daar niet bij betrokken.

De werkgever stapte daarop naar de rechter.



De kern van het geschil

De centrale vraag:

Waren de drie werknemers nog gebonden aan hun concurrentie- en relatiebeding, of mochten zij vertrouwen op de vrijstelling die één van de bestuurders had afgegeven?

Daarnaast speelde de vraag of zij een dwangsom en voorschot op verbeurde boetes moesten betalen.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelde de werkgever grotendeels in het gelijk.


1. De vrijstelling was ongeldig

De rechter oordeelde dat [naam 2] een tegenstrijdig belang had (art. 2:239 lid 6 BW). Hij was namelijk bestuurder van zowel de werkgever als van de nieuw opgerichte concurrent.Het vrijstellen van werknemers uit hun concurrentiebeding diende dus niet het belang van de werkgever, maar zijn eigen belang bij de nieuwe onderneming.

Daarom was het besluit vernietigbaar (art. 2:15 lid 1 sub a BW). De drie werknemers konden zich er niet met succes op beroepen dat zij erop mochten vertrouwen dat de vrijstelling geldig was — zij wisten immers dat er een conflict was tussen de broers en dat de nieuwe onderneming een directe concurrent was.


2. Geen schorsing van het concurrentiebeding

De rechter zag geen reden om het beding (gedeeltelijk) te schorsen. De werknemers waren commerciële sleutelfiguren, verantwoordelijk voor het werven van kandidaten en klanten. Hun vertrek naar de concurrent betekende een directe bedreiging voor het bedrijfsdebiet van de werkgever.

De belangen van de werkgever wogen dus zwaarder dan die van de werknemers (art. 7:653 lid 3 sub b BW).


3. Dwangsom voor overtreding

De drie werknemers kregen een verbod om tot 1 oktober 2026 bij de concurrent te werken of relaties van hun vorige werkgever te benaderen, op straffe van een dwangsom van €500 per dag (max. €100.000 per persoon).

Daarnaast moeten alle vier de werknemers geheimhouding betrachten over vertrouwelijke gegevens, met een dwangsom van €250 per dag (max. €50.000 per persoon).

Een voorschot op boetes wees de rechter af: er was te weinig bewijs voor concrete overtredingen.


Wat kunnen werkgevers hiervan leren?

Deze uitspraak bevestigt een belangrijk punt:➡️ Een bestuurder mag werknemers niet zomaar vrijstellen van hun concurrentiebeding als er sprake is van een tegenstrijdig belang.

Zelfs als werknemers een ondertekend addendum hebben, kan dat ongeldig zijn als blijkt dat de bestuurder zijn eigen belang diende.

Daarnaast laat dit vonnis zien dat de rechter zwaar tilt aan het beschermen van bedrijfsgevoelige informatie en het behoud van relaties. Vooral bij commerciële functies met klantcontact is handhaving van het concurrentiebeding gerechtvaardigd.


Praktische tips voor werkgevers

  • Leg bevoegdheden vast: Zorg dat alleen gezamenlijk bevoegde bestuurders belangrijke besluiten mogen nemen, zeker bij conflicten binnen de directie.

  • Controleer addenda: Vrijstellingen of wijzigingen van bedingen moeten altijd zorgvuldig worden beoordeeld op mogelijke belangenverstrengeling.

  • Beveilig bedrijfsinformatie: Een geheimhoudingsbeding is essentieel, ook naast het concurrentiebeding.

  • Reageer snel bij overtredingen: Een kort geding kan voorkomen dat klanten en personeel naar de concurrent overstappen.


Conclusie

De rechtbank Rotterdam maakte duidelijk: een onzorgvuldige vrijstelling van een concurrentiebeding houdt geen stand. Werknemers blijven dan gewoon gebonden aan hun verplichtingen, zeker wanneer zij overstappen naar een directe concurrent van hun voormalig werkgever.

📘 Bron: Rechtbank Rotterdam 7 november 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:13003.


Van der Burg Juristen

Heeft uw werknemer het concurrentiebeding overtreden of dreigt een ex-werknemer met bedrijfsinformatie naar een concurrent te stappen?Bij Van der Burg Juristen zorgen we voor snel ingrijpen — met een brief of kort geding nog dezelfde dag.

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page