Wie mag blijven wonen in een sociale woning na scheiding of breuk?

Als een huwelijk of samenwoning eindigt en er is sprake van een sociale huurwoning, dan is het afhankelijk van de situatie wie er mag blijven wonen in de woning. Hieronder zal ik de verschillende situaties toelichten:

1. Beide partners staan op het huurcontract Als beide partners op het huurcontract staan, dan hebben zij beiden evenveel recht op de woning. Het kan dan ook zo zijn dat één van de partners de woning verlaat en de ander er blijft wonen. Dit kan echter alleen als de vertrekkende partner schriftelijk afstand doet van zijn of haar rechten op de woning en de achterblijvende partner voldoende inkomen heeft om de huur te kunnen betalen.

2. Eén partner staat op het huurcontract Als slechts één van de partners op het huurcontract staat, dan heeft deze partner in principe het alleenrecht op de woning. De andere partner heeft dan geen recht op de woning en zal dus moeten vertrekken. Wel kan de vertrekkende partner bij de woningcorporatie informeren of er andere mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld het krijgen van urgentie voor een andere sociale huurwoning.

3. Beide partners hebben de woning verlaten Als beide partners de woning verlaten, dan moet de huurovereenkomst worden opgezegd bij de woningcorporatie. De vertrekkende partners zijn beiden verantwoordelijk voor het opzeggen van de huur.

Het is dus afhankelijk van de situatie wie er mag blijven wonen in een sociale huurwoning na scheiding of beëindiging van de samenwoning. Het is daarom verstandig om hierover goede afspraken te maken en bijvoorbeeld een samenlevingscontract op te stellen waarin deze afspraken worden vastgelegd.